De stad Assisi is een bedevaartsplek. Jaarlijks komen komen er ruim 5 miljoen toeristen en pelgrims naar deze mooie middeleeuwse stad tegen de heuvel. De stad is onlosmakelijk verbonden met Sint-Franciscus (1182-1226), de immens populaire heilige die hier geboren werd en later ook gestorven en begraven is.
Wij rijden in de loop van de middag op onze fietsen naar de stad. We hebben gelezen dat alle parkeerplaatsen onderaan de stad liggen, dus dan kunnen we net zo goed kijken hoe hoog we kunnen komen met de fiets. Klimmen moeten we sowieso.
We hebben een dik half uur nodig om op het plein bij de Basilica di San Francesco. We zien nergens een plek om onze fietsen te stallen maar een agente geeft aan dat we ze gewoon neer kunnen zetten. We plaatsen de fietsen op de zuilengalerij op het plein.
De baseliek is prachtig. Het is een dubbele basiliek en het staat op de lijst van Unesco Werelderfgoed. De onderste is in 1230 afgebouwd, de bovenste 9 jaar later. In de onderste vind je ook de crypte van Sint-Franciscus. De fresco’s in de basilieken zijn mooi, helaas mag je er niet fotograferen.
We wandelen Assisi verder in. De stad ziet er fraai en zeer goed onderhouden uit. Overal zijn leuke steegjes en gangetjes. We gaan er kris kras doorheen. Bekijken wat winkeltjes en strijken neer op een terras op Piazza del Comune. Dit centrale plein is het middelpunt van Assisi.
De Tempio di Minerva valt het meest op. Deze Romeinse tempel is behouden gebleven doordat het een christelijke kerk is geworden, net als het Pantheon in Rome.
Na ons drankje slenteren we door de straten van Assisi. Eten een meer dan lekker ijsje en bekijken nog meer kerken. Ook komen we langs het huis waar Sint-Franciscus heeft gewoond.
Tegen half zeven stappen we weer op de fiets. Naar beneden gaat een stuk makkelijker dan omhoog en binnen 20 min zijn we op de camping waar we in het restaurant een lekker bord pasta eten. Wat een heerlijke dag zo!