Pafuri walking trail camp

In de ochtend zijn de dieren het meest actief. Het loont dus om vroeg op te staan en bijtijds te vertrekken. Zo ook deze zaterdag. We rijden, via een kleine omweg, van Punda Maria naar Pafuri. Hier blijven we twee nachten in het trails camp. Dit kamp ligt ongeveer 15 min vanaf de lodge met de auto.

We worden ontvangen door Sarah. Onze guide voor de komende dagen. Het blijkt dat er geen andere gasten zijn. Even zijn we teleurgesteld. We hadden gehoopt hier juist andere mensen te ontmoeten. Sarah wordt vergezeld door Sjon. Een jongen die de opleiding volgt om wandeltrails te mogen begeleiden. Het is een fantastische jongen. Zijn vader, die stockbroker is, vindt het erg jammer dat Sjon voor dit vak kiest. Hij zou hem moeten zien, Sjon is hier zo in zijn element. We genieten van zijn kennis en enthousiasme.

Als we bij het kamp aankomen worden we welkom gezongen door Gladis en Joyce. Zij zorgen de komende tijd voor ons. 

De eerste wandeling gaat door een kloof waar ook veel dieren doorheen gaan. We zien zebra’s, wrattenzwijntjes, antilopes en een olifant. Het is zo anders dan in de auto. En met Sarah en Sjon, die beide een geweer dragen (maar gelukkig nog nooit nodig hebben gehad), voelen we ons erg op ons gemak. 

Terug in het kamp staat het diner klaar: tomatensoep, puree, groente, salade en rundvlees. Het smaakt allemaal heerlijk.

Rond 21 uur, het is dan al een paar uur donker, vallen we als een blok in slaap. We horen de olifanten en de hyena’s in de nacht.

Sjon maakt om om 5.45 uur wakker op zondag. We staan snel op, drinken thee en eten een rusk. Er is ook pap… we doen een poging, ieuwww…

We wandelen de hele ochtend. We zien veel antilopes, zwijntjes, veel verschillende vogels, olifanten, krokodillen en nijlpaarden. Ook die maken hele mooie geluiden. Het is wederom super om rond te lopen en rustig langs de waterkant een appeltje te eten terwijl de olifanten aan de overkant staan te drinken. 

Op de terugweg rijden we langs de plek waar gisteren een olifant is overleden. Het is inmiddels een paradijs voor aasgieren. Heel indrukwekkend.

Terug in het kamp staat een lunch klaar. Daarna willen we douchen. Helaas gooit een buffel roet in het eten. Hij besluit vlak voor de douche te gaan grazen. We laten hem maar zijn gang gaan en chillen tot een uur of drie.

Sarah en Sjon nemen ons mee naar Fever forrest. In dit bos staan veel fever trees. Dat zijn bomen met een lichtgroene poeder op de bast. Vroeger dacht men dat je van deze bomen malaria krijgt; door het inademen van het poeder. Malaria betekent iets als slechte lucht. Als we uitstappen om te gaan lopen zien we een giraffe. Het lukt ons om hem dichterbij te bekijken. Daarna lopen we naar een poel waar honderden vogels zitten. In de bomen, in het water, aan de waterkant en natuurlijk in de lucht. Het is een waar vogelparadijs. Het geluid dat ze maken is indrukwekkend. Zo nu en dan scheert er een zwerm kleine vogels over ons heen. Het zijn er honderden, misschien zelfs meer. Zwoef-zwoefffff, klinkt het. Adembenemend. 

Terug in het kamp is de buffel verdwenen en kunnen we douchen. De waterreservoirs worden gevuld met warm water en we douchen onder de sterren.

We eten braai vanavond. Typisch ZA! Rody vraagt Gladis en Joyce om met ons mee te eten. Ze zijn verrast, maar nemen de invitatie giechelend aan. Wij vinden het gek dat zij samen eten terwijl Sarah en Sjon met ons eten, het kamp is zo klein. We zijn maar met z’n zevenen.

Het is gezellig. De dames verontschuldigen zich voor het eten met hun handen. Kan ons dat wat schelen… En ze vertellen over hun kinderen die ze morgen, na 3 weken, weer zien. Ze werken 3 weken, en zijn dan 1 week vrij. Gladis vraagt of we met de auto of met het vliegtuig zijn gekomen. Als ze hoort dat we 11 uur hebben gevlogen moet ze keihard lachen; DAT zou ze nooit doen! Als we uitgegeten zijn zegt ze dat ze het heel bijzonder vond; ze eet nooit met gasten mee. I love you all, zegt ze. Ik weet niet of ik blij moet zijn of verdrietig….

We slapen weer als een blok en worden weer vroeg gewekt. De maken een mooie, korte wandeling. Sarah vertelt ons van alles over sporen. Op de terugweg zien we twee bosvarkens. Na het ontbijt nemen we afscheid van Sarah, Sjon en de dames. We hebben genoten! 

Bookmark the permalink.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *