We slapen een beetje uit en ontbijten met selfmade pancakes met aardbeien. We slapen in een appartement in Alameda, een eiland nabij San Francisco. Om in de stad te komen nemen de Ferry van 11.35 uur. Deze vaart in 20 minuutjes naar de stad.
We starten bij de haven en lopen richting China Town. Onderweg bezoeken we een stadspark dat gebouwd is op een soort brug. Verderop spelen Cecile en ik een potje dammen.
Via Jackson Square lopen we door een deel van de Italiaanse wijk. Hier komen we een agent op motor tegen. Een ijdel mannetje, hij wil graag met Cecile op de foto en ze mag ook even op zijn motor zitten. Best cool…
In Chinatown meanderen we door de straatjes.
Hier zijn we ook getuige van een heuse politieachtervolging. Politiewagens met gierende sirenes en een aantal agenten te voet met grote geweren in de aanslag…. Cecile wil graag gaan kijken wat er aan de hand is. Helaas voor haar, ik vond het een slecht idee. Dus we gaan mooi de andere kant op.
We lopen ook langs een drukkerij. Het ruikt er heerlijk (vind ik, maar de inkt stroomt nog steeds door mijn bloed), maar wat een zooitje is het er binnen…
We shoppen wat in het gebied rondom Union Square voordat we bij Lori’s diner alle drie een burger eten. Het is een prachtige ouderwetse Amerikaanse diner, compleet met rood leren bankjes, rijen oude radio’s, foto’s van Marilyn Monroe aan de wand en zelfs een oude auto.
Op de terugweg zien we vanaf de boot Karl boven de stad hangen. Karl the fog (ja, de mist in San Francisco heeft écht een naam) heeft veel invloed op het weer in het stad. Al Karl op bezoek komt wordt het ineens onaangenaam koud, zelfs in de zomer.
San Francisco is een heerlijke stad. Gemoedelijk, overzichtelijk maar ook een stad met vele gezichten. Duizenden toeristen, succesvolle zakenmensen in het financial district die met een luch-to-go in het park zitten, klanten van de luxe winkels rondom Union Square en heel veel mensen die op straat leven.
Morgen gaan we terug. Dan bezoeken we Alcatraz.