Evora

Vrij vroeg word ik wakker. Rondom de camper geven tientallen musjes een ochtendconcert. Overdag zijn deze lieverds zo nieuwsgierig dat ze regelmatig in de deuropening van de camper hupsen. Op de achtergrond ruist de zee. Wat heerlijk toch.

We staan bijtijds op. Doen wat er gedaan moet worden en gaan op pad. Onze eerste stop is de Intermarche. We vullen onze voorraad, gooien de tank vol (niet nadenken over de literprijs…).

De stad Evora is onze bestemming. De rit leidt ons door een heuvelachtig landschap. Niet lelijk, maar ook niet bijzonder. Beetje saai en eentonig. Tegen enen komen we aan op de camping. Het is tegen de 40 graden en de zon brandt op onze huid. Eerst maar even rustig lunchen, wat drinken en nog wat drinken. Pffff….

Het centrum van de stad ligt op 2 km van de camping. Op zich te lopen, maar we pakken de fiets.

We beginnen bij de toren van de Sé. Deze is gemakkelijk te herkennen door haar vreemde vorm, een combinatie van kegelvormige torens die ongebruikelijk zijn in de Portugese architectuur. Vanaf het dak kunnen we de hele stad overzien. De Sé van Évora is ook de grootste middeleeuwse kathedraal van Portugal. Naast de kathedraal een klooster met een mooie binnentuin.

Op advies van Richard en Jolanda bezoeken we de Universiteit van Evora. Deze universiteit is de op een na oudste van het land en is in 1559 opgericht. In 1779 werd een de deuren gesloten. Het duurde tot 1973 voordat de deuren weer geopend werden. Het is een bijzonder gebouw met veel prachtige azulejo’s: Portugees tegelwerk. We bekijken en aantal lokalen en de bibliotheek, die op dat moment vol met studenten. Bijzonder hier zo rond te lopen.

Als laatste staat de Capela dos Ossos op ons programma: de bottenkapel. De kapel is onderdeel van Igreja de São Francisco. De kapel is gebouwd in de 17e eeuw.

Deze naam heeft de kapel te danken aan de afwerking van het plafond en de muren met menselijke botten. Beetje luguber… we weten ook niet wat we er nu echt van moeten vinden. Het is weer eens iets anders besluiten we. De geschiedenis verklaart wel het een en ander. De kloosterbegraafplaatsen namen in de 16e eeuw erg veel plek in op strategische plekken. De monniken besloten daarom de beenderen op te graven te gebruiken als decoratie van de zuilen en muren. Meer dan 5.000 botten werden gebruikt om de kapel te ontwerpen. Tegelijkertijd diende het ook als een boodschap voor de levenden: het leven is vergankelijk.

Na de kapel en de kerk is het tijd voor een terras. Na een lekker glas wijn slenteren we nog even door de straatjes. Het is erg rustig op maandag dus echt gezellig is het niet in de stad,  we besluiten in de camper te eten. Maar…. we lopen ineens een heel gezellig straatje in waar al veel mensen gezellig zitten te eten. Er staat zelfs een bbq aan. Het is ook het restaurant dat Richard ons tipte. Dus… we ploffen neer. Bestellen sardientjes voor mij een steak voor Rody. Het wordt ter plaatse gegrild op de bbq…. mmmm.

Morgen gaan we verder naar het Noorden. We volgen de N2, ook wel de route 66 van Portugal genoemd.

Bookmark the permalink.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *