Ons plan om vroeg weg te rijden uit Nelas werd gisteravond gedwarsboomd. We lagen net in bed toen het hek van het terrein waal we stonden afgesloten werd. Tja… en hoe laat beginnen die Portugezen ‘s ochtends?
Het viel mee. Even na achten ging het hek open. We zijn direct opgestaan en vertrokken richting Salamanca.
De rit gaat eerst door de bergen. Prachtig groen en flink wat stijgen en dalen. Eenmaal de Spaanse grens over wordt het landschap vlakker, verdwijnen de bomen en komen er goudgele graanvelden voor in de plaats.
We rijden naar de camperplaats aan de buitenzijde van de stad. Er staat maar een camper en de receptie is dicht. Het is niet ideaal om te fietsen naar de stad over de drukke wegen, dus ik probeer een Uber te bestellen. Helaas. Dan maar een taxi. Ik bel 2 taxibedrijven maar de dames aan de centrale spreken 0 woorden Engels en ik maar 3 Spaans… We besluiten dan toch maar naar de camping aan de andere zijde van de stad te rijden. Het blijkt een slimme zet.
De camping is groen, met veel schaduw, vriendelijke mensen en ligt op een klein half uurtje fietsen van de stad, via een fietspad langs de rivier. Ideaal dus. We stappen na de lunch op de fiets.
De stad heeft ook wel als bijnaam ‘Gouden Stad’ door zijn schitterende architectuur van glimmend zandsteen. De stad is gesticht rond 400 voor Christus. De Romeinse brug is daar een mooi overblijfsel van.
We beginnen ons bezoek met een bezichtiging van twee kathedralen die tegen elkaar staan. De oudste kathedraal (Catedral Vieja) is uit 1120.
De nieuwe kathedraal (Catedral Nueva) werd gebouwd tussen de 16e en 18e eeuw en is de één na grootste kathedraal van Spanje. We hebben al veel kerken gezien. Deze, en vooral de oude, vind ik toch wel weer heel mooi.
Na de kathedraal lopen we, via een terrasje, naar
Plaza Mayor. Dit 18e eeuwse plein is het historische centrum van de stad. Voor veel Spanjaarden is dit het mooiste plein van heel Spanje. Ik vond persoonlijk het niet zo bijzonder. Beetje eentonig en zonder bomen/groen, maar goed. Er werd wel een groot podium opgetuigd, dus dat ontsierde het plein wel een beetje.
We slenteren nog wa door de stad en bekijken Het Casa de las Conchas is het ‘huis van de schelpen’. Dit 15e eeuws stadspaleis is aan de buitenkant bekleed met ruim 350 Sint-Jakobsschelpen van goudkleurig zandsteen.
We ploffen neer op een terras waar een klein straatbandje net aan het opbouwen is. Bestellen wat te drinken en genieten van de Spaanse muziek en kijken naar de stroom mensen die langskomt. Het wordt naarmate de avond invalt steeds drukker. We besluiten hier ook wat te eten.
Na het eten gaan we terug naar het plein. Er zit inmiddels een orkest en een enorm koor klaar. Het duurt even maar dan beginnen ze te zingen en te spelen. Klassiek, niet ons genre, maar zo op dat plein, met de lichten en al die mensen heeft het wel wat.
Tegen eleven fietsen we terug. In de stad is het gezellig druk en er wordt nog volop gegeten overal. Gelukkig hebben we goed licht op fietsen, want het fietspad is behoorlijk donker.
Morgen en overmorgen gaan we naar Madrid.